Leestijd 9 tot 11 minuten
Wishal Sewbalak Belinda de Groof
Wishal Sewbalak & Belinda de Groof

Wet verplichte ggz

Een bureaucratisch monster met heel veel voordelen

Sinds 1 januari dit jaar geldt de Wet verplichte ggz. De wet heeft als doel om het aantal gedwongen opnamen te verminderen. Dat vinden psychiaters Belinda de Groof en Wishal Sewbalak een goede zaak, wil het niet dat deze nieuwe wet zoveel meer juridische procedures en administratieve eisen stelt dan de oude Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, dat er weinig tijd overblijft voor het daadwerkelijk behandelen van de cliënt. Is de wet dan wel echt in het belang van de cliënt? Belinda en Wishal vinden van wel. De afgelopen jaren, en zeker in 2019, zijn zij druk bezig geweest de wet in te bedden binnen GGZ Delfland.

Psychiaters en andere behandelaren die iemand verplichte zorg willen geven, doen dat sinds begin dit jaar binnen de Wet verplichte ggz. Bij GGZ Delfland startten Wishal Sewbalak, directeur behandelzaken en psychiater, en Belinda de Groof, geneesheer-directeur en psychiater, al in 2016 met de voorbereidingen op de wet. Belinda: "We zijn al heel vroeg begonnen met de wetteksten doornemen, zelf procedures en schema’s maken en onderwijs geven binnen GGZ Delfland. Daarom hebben we hem goed in de vingers."

Ethische discussie

Er is, zeker in vergelijking met zijn voorgangers, relatief kort aan deze wet gewerkt: acht jaar. Wishal Sewbalak, directeur behandelzaken en psychiater: "Ons koninkrijk bestaat sinds 1815 en dit is de vijfde wet die psychiatrie en wetgeving regelt. Over de laatste drie wetten is 30, 110, en 30 jaar gedaan. Het is dan ook een lastige materie om te vatten in iets dat zo zwart-wit is als een wet. Wanneer is iemand ziek, of een gevaar voor zichzelf of anderen? Dat zijn enorme discussies." De wet biedt meer mogelijkheden om iemand gedwongen zorg te geven, bijvoorbeeld in de vorm van medicijnen. "Je hebt het over het ontnemen van burgerrechten: de vrijheid om te bepalen wat er wel of niet je lichaam binnenkomt. Dat is nogal wat." Omdat het over zulke fundamentele burgerrechten gaat en de psyche van de mens een grijs gebied is, zijn dit volgens Wishal van oudsher wetten waar veel 'over gesteggeld' is. "Er zit ook een ethisch, politiek aspect aan de discussie. Ben je van de harde lijn van opsluiten of probeer je iemand met een zachtere aanpak te helpen?"

Nu zitten we met een wet die ons ook letterlijk bezighoudt.

De wens om een nieuwe wet lag er al lang, maar kwam in een stroomversnelling toen in 2014 oud-minister Els Borst werd vermoord door een psychotische man van wie zijn familie had geprobeerd hem gedwongen op te laten nemen. "Hoewel er veel kritiek op was, kwam de wet er toch in vier jaar doorheen. Nu zitten we met een wet die heel veel mooie dingen bevat, maar die ons ook letterlijk behoorlijk bezighoudt door de grote administratieve belasting."

In de jaren dat de wet werd gemaakt hebben beide psychiaters hun best gedaan invloed uit te oefenen op de inhoud ervan. Wishal: "Dat ging veel om praktische dingen. Het behandelplan – dat je voor elke cliënt invult – bijvoorbeeld. Aanvankelijk wilde men een plan van zo’n tien pagina’s. Daarmee ben je dan zeker vijf uur bezig. Nu bestaat het uit drie essentiële vragen. Dat soort documenten hebben we weten te vernauwen."

Veel papierwerk

De nieuwe wet verplichte ggz kent veel juridische procedures en administratieve eisen. "Juist omdat het om fundamentele burgerrechten gaat, zijn de procedures streng", legt Wishal uit. "Voorheen was de situatie: U bent ziek en een gevaar voor uzelf. Dit kunnen wij doen om voor u het gevaar weg te nemen en u weer in vrijheid te stellen. Het hele pakket vroeg je in een keer bij de rechter aan. Daar kreeg je toestemming voor, je deed je behandeling, verantwoordde deze en de cliënt kon weer weg."

Cliënten die ernstig in de war zijn, weten niet wat ze met al die brieven aan moeten.

In de nieuwe situatie moet omwille van zorgvuldigheid elke stap verantwoord worden. "Mag na drie dagen binnen de cliënt een half uurtje per dag onder begeleiding naar buiten: een brief. Wordt het half uurtje twee uur: een brief. Daarover dienen dan ook alle betrokkenen geïnformeerd te worden: cliënt, familie, gemeente, officier van justitie, patiëntvertrouwenspersoon, familievertrouwenspersoon en advocaat. Daarmee komt een enorme hoeveelheid papierwerk op gang die niet altijd meer in het belang is van de cliënt." Belinda: "Cliënten die ernstig in de war zijn, weten niet wat ze met al die brieven aan moeten. Ze begrijpen ook niet altijd goed wat er in staat, wat juist zorgt voor meer onrust. Het schiet dan echt zijn doel voorbij. Bovendien zijn we nu meer dan de helft van de tijd voor een cliënt kwijt aan administratie, terwijl je die tijd liever aan directe zorg voor de cliënt besteedt. Ik hoop echt dat dit, straks bij de evaluatie, nog gaat veranderen."

Gesneden koek

De wet laat administratief nog te wensen over, maar het uitgangspunt - minder gedwongen opnames – is een mooi streven, en de wet kent vele voordelen. Zoals het betrekken van het steunsysteem van de cliënt: familie en vrienden. Al gesneden koek voor GGZ Delfland, maar nu ook wettelijk geregeld. Wishal: "Al tien jaar lang ervaren we dat je als cliënt veel kunt hebben aan een steunsysteem, om iemand te overtuigen om zijn medicijnen te nemen, zodat er geen dwang nodig is. Of door iemand een logeerplek aan te bieden tot de gemeente met een huis komt. Het is goed dat het nut van die betrokkenheid nu wettelijk verankerd is."

Hetzelfde geldt voor de flexibele opstelling van zorgverleners om gedwongen zorg te voorkomen. "We hebben liever dat mensen op vrijwillige basis beter worden. Ook als dat betekent dat je iemand drie keer per dag moet bezoeken en achter de vodden aan moet zitten om zijn pil te nemen. Dat hebben we liever dan een gang naar de rechter om iemand met politie uit zijn huis te halen en in een extra beveiligde kamer op te sluiten. Dit is nu ook in de wet geregeld, maar zo werken we al lang."

Ondertussen heeft de cliënt meer invloed of hij wordt opgenomen.

Vroeg ingrijpen

Wat wel echt nieuw is, en als een groot voordeel wordt gezien, is de mogelijkheid die de nieuwe wet biedt om vroeg in te grijpen en de zeggenschap die de cliënt daarin kan hebben. Wishal: "Individueel weet je nooit of iemand om vijf of acht uur boos gaat worden, maar je weet doorgaans wel hoe een psychose loopt bij de gemiddelde patiënt. Vroeger moest je wachten tot iets zo ernstig werd dat iemand opgenomen kon worden. Nu kun je zeggen: ik zie dat hij psychotisch aan het worden is, uit het dossier weten we dan dat hij een gevaar voor zichzelf wordt. Als ik hem nu zijn medicatie thuis geef en hij neemt dat elke dag, voorkomen we een opname van zes maanden." In plaats van enkel de optie iemand in te sluiten zijn er nu 'meerdere knoppen' waar je aan kunt draaien. Wishal: "Ondertussen heeft de cliënt meer invloed of hij wordt opgenomen, omdat je overlegt wat de stappen zijn die gezet worden en wat de consequenties zijn van het al dan niet volgen van die stappen."

Ketensamenwerking

Een ander belangrijk voordeel van de wet is het verplichte overleg tussen sociale partners als gemeente, politie, justitie, het gevangeniswezen, de woningbouwcorporatie en de ggz. Zij gaan met elkaar om de tafel om een plan te maken dat voorkomt dat een cliënt een zorgmachtiging krijgt opgelegd of dat de persoon in staat stelt weer zo snel mogelijk deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Wishal: "Stel dat hij geen woning heeft. Dan is de gemeente verplicht om daar iets voor te regelen. Verwardheid komt vaak niet alleen door een stoornis, daar zitten allemaal problemen omheen. Voorheen waren dat gescheiden werelden, wij zaten met ons beroepsgeheim en de politie bijvoorbeeld ook. Nu hebben we een wettelijke basis om de problemen van een cliënt bespreekbaar te maken en daarvoor oplossingen te zoeken. De kans voor een cliënt op (blijvend) herstel wordt daarmee aanzienlijk groter."

Door de gezamenlijke verantwoordelijkheid in de keten kan de 'schuld' als het misgaat niet enkel meer bij de ggz worden gelegd. Wishal: "Bijna altijd als het de laatste jaren over verwarde personen ging, was het verhaal dat de ggz had gefaald. Terwijl het falen voor een groot deel in het hele systeem zit. Dakloos, geen inkomen, schulden, psychische stoornis, geen persoonlijk steunsysteem, de termijnen in de rechtspraak…het zijn factoren die meespelen in de vraag waarom iemand op een moment gevaarlijk gedrag kan vertonen. Het is niet juist om de schuld daarvan bij slechts één van de partijen te leggen."

Ik hoop alleen niet dat elke burenruzie wordt beslecht met een verkennend onderzoek.

Binnen de wet is geregeld dat bij de gemeente melding kan worden gemaakt als iemand zich zorgen maakt over een medeburger. De gemeente start dan een verkennend onderzoek en rapporteert aan de officier van justitie. Belinda: "Nu is het de taak van de gemeente om uit te zoeken wat de problemen zijn van een van hun burgers. Is iemand dakloos, of spelen er andere zaken uit het sociale domein die ze zelf kunnen oppakken? Pas als de gemeente vaststelt dat er psychiatrische hulp nodig is, worden wij via de officier van justitie betrokken. Voorheen was die route van een burger via de politie direct naar de ggz. Als iemand geen stoornis had, maar geen geld of huis werd hij door een zorgverlener niet zomaar op straat gezet. Maar vanuit ons beroepsgeheim konden we helaas ook niet bij de gemeente aankloppen met het verzoek dergelijke zaken te regelen. In de nieuwe wet is dankzij het verkennend onderzoek wel een rol weggelegd voor de gemeente en kan de ggz zich meer richten op de zaken waar wij wel voor zijn. Ik hoop alleen niet dat elke burenruzie wordt beslecht met een verkennend onderzoek."

Nog een voordeel

Nóg een voordeel van de wet: alle ggz-organisaties hebben nu samen een front gevormd. Sewbalak: "Voorheen kon je ons regionaal tegen elkaar uitspelen, maar door afspraken met elkaar te maken zijn de banden heel goed geworden. In tijden waarin de politiek vol heeft ingezet op marktwerking en onderlinge concurrentie is het mooi dat deze wet verbroedert, te meer omdat niet concurrentie maar samenwerking in het belang van de cliënt is."

Overgangsjaar

2020 is een overgangsjaar. Dat betekent dat zorgaanbieders de ruimte krijgen om hun procedures aan te passen aan de nieuwe wetgeving. GGZ Delfland is dankzij de uitgebreide voorbereiding al op orde. Het ministerie is met partners in gesprek over een werkwijze die de administratieve lasten kan beperken zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de rechtsbescherming van de cliënt. Daar waar mogelijk wordt reparatiewetgeving voorbereid. "Het is in ieders belang dat de wet straks geen bureaucratisch monster meer is en we alleen nog de voordelen zien", zegt Wishal.